Spreekwoorden en gezegden over vlas.
Het gerotte vlas werd na het roten ontdaan van de houtdelen van de stengel. Heel vroeger gebeurde dit met een grote beukenhouten klos. Hier komt inderdaad het gezegde “de beuk erin” vandaan.
Vlas dat geroot werd in bakken in water, deze bakken met vlas werden verzwaard met basalt keien. Hier komt het spreekwoord vandaan “zinken als een bakkekaai”.
Over de hekel halen, het zuiveren van het vlas over een kam om de vezels er uit te halen. iemand over de hekel halen (allerlei slechte dingen vertellen over iemand).
Hoe belangrijk het weven van vlas was, blijkt wel uit het grote aantal nog bestaande spreekwoorden:
– De eindjes aan elkaar knopen. (met moeite rond komen).
– Er zit schot in. (schot = inslag).
– Dat is schering en inslag. (iets gebeurd heel vaak) bij weven van linnen).
– Op de keper beschouwd (keper is een speciaal weefsel dat heel secuur gemaakt moet worden).
– De draad kwijt zijn. (De samenhang kwijt zijn, niet meer weten waar je gebleven bent).
– Tegen de draad in. (het er niet er mee eens zijn en er tegen in gaan).
– Alles over één kam scheren (de kam is een onderdeel van het weefgetouw).
Dat vlas is niet te spinnen (daar is niets mee te beginnen of aan te vangen)
Men kan van alle vlas geen garen spinnen. (Niet iedereen is voor een bepaalde taak geschikt)
Men kan van alle vlas geen goed garen spinnen. (Men kan niet alles ten nutte aanwenden; niet alles is even dienstig).
De rokende vlaswiek niet uitblussen (de ijverigheid niet doven).
Vuur bij vlas – brandt wonder ras (Het is niet altijd goed dat jongelui van beiderlei geslacht alleen samen zijn).
Vuur bij vlas brandt wonder ras (Ook: Waar ’t werk bij ’t vuur ligt, is brand te vrezen).
Ergens op vlassen. (Ergens hevig naar verlangen).
Het is daar goed om vlas te zaaien. (Dat is een gezelschap, waarin niemand iets zegt).
Voor God een baard van vlas maken (Schijnheilig zijn).
God een vlassen baard aandoen (aannaaien). (er is sprake van woekeraars).
God een vlassen baard aandoen (aannaaien). (schijnvroomheid zich bij hun God verdienstelijk trachten te maken).
God een vlassen baard willen maken (of: aannaaien) God door schijnheiligheid zoeken te bedriegen.
God (Christus) een vlassen baard aanmeten. (Toonbeeld van huichelarij, schijnheiligheid. Dateert uit de middeleeuwen, toen processies werden gehouden waarbij het beeld van een oude man werd rondgedragen, die God of Christus moest voorstellen en die men een vlassen baard had aangeplakt. Men zou zich daarbij beroepen op Dan. 7 : 9.
Iemand een vlassen baard aandoen. (Iemand bedriegen (vooral door schijnheiligheid).
De rokende vlaswiek uitblussen. In Matth. 12:20 wordt van Jezus getuigd dat hij het gekreukte riet niet verbrak en de rokende vlaswiek niet uitbluste. In Palestina kon men in de dagen van Jezus veel van die rokende vlaswieken op straat zien liggen. Als de huismoeders hun olielampjes reinigden, namen ze de van vlas gemaakte pitten, die niet meer wilden branden, eruit en wierpen ze, vaak nog rokend, op straat. Daar lagen ze dan te smeulen, tot ze door gebrek aan olie of doordat men ze vertrapte, geheel uitdoofden. Het beeld is overgebracht op het vernietigen van een goede aanleg, een goede aard, een goed beginsel.
Men moet de rokende vlaswiek niet uitblussen. (Men moet iemand die in moeilijkheden zit niet aan zijn lot overlaten).
Men moet de rokende vlaswiek niet uitblussen. (Waar hulp nog dienstig is, mag men deze niet achterwege laten)
Die vrij wil zijn van vlas en vlok, die gaat niet tussen wiel en rok. (Iemand die geen slechte dingen wil doen, bemoeit zich ook niet met slechte mensen).
Die vrij wil zijn van vlas en vlok, die ga niet tussen wiel en rok. (Wie zich niet besmetten wil, mijd de gelegenheid daartoe).
Die vrij wil zijn van vlas en vlok, die ga niet tussen wiel en rok. (Wie zich rein wil houden, mijde wat onreinheid meebrengt, b. v. slecht gezelschap).
Vlassig haar.(Dun en pluizig haar hebben).
Een vlasbaard. (Een donsbaard, eerste baardgroei bij jongens).
Bronnen: Spreekwoorden en gezegden met ‘vlas’ (ensie.nl) en Wikipedia,