K

Rezoords dialect woordenboekie

’t Rezoors      ’t Rijsoords
 
kaaiekeien
kaakiekaakje
kacheltieskacheltjes
kaerelkerel
kaeskaas
kallefiekalfje
kallempies anrustig aan
kammeraaskameraden
kankerblomklaproos
kantekanten
kaort, kaortiekaart
kapélvlinder
kappelèziecapitulatie
kappeluifeldakkapel
karechiekaartje
karkkerk
katjiekatje
kattestaertheermoes
KeechieKeetje
keesiepruim
kefoekkijfhoek
kejje, kè jekan je
Kejje’tkan je het
kekerenstotteren
kemmeken me
kenkan
ken ‘k niekan ik niet
kenkken ik
kenk ie niekan ik je niet
kennekunnen
kennekennen
kennemekunnen we
kepoentjiekapoentje, lieve heersbeestje
kèremellekkarnemelk
kèremellekse papkarnemelkse pap
kernelisCornelis
kertiertjiekwartiertje
kèskaas
ketelpakoverall
kettinkiekettinkje
kiempinksterbloem
kiepemekantelen we
kievietjiepinksterbloem
kijkekijken
kijtkijkt
kikkerkoordhouder
kinderekinderen
kippekippen
klaainklein
klaainderkleiner
klaaine muggeMezik, mug
klaaine, klainekleine
klaainstekleinste
klaainzeunkleinzoon
klantjiesklanten
klaogeklagen
klaorklaar
klaoversklaver
klauwden, klauwenkrabde, krabbe
klauwemet handen ergens in rommelen
klenderkalender
klessekletsen, praten
klinkgrendel
kloffiekleren, pak
klompeklompen
klompehokkieklompen hokje
kloppegoed moeten zijn
klussiekarweitje
kluuttwee en halve cent
knêêjekneden
knelisroospioenroos
knijnekonijnen
knijpenijpen
knolpaard
knollechiesknollen
knolsellerieknolselderij
koekiekoekje
koepeltjiekoepeltje
koesiekoetsje
kojjekon je
kom p’rkom er
komafafkomst
kommekomen
kommechiekommetje, kopje
kommek ‘rkom ik er
kommeskom eens
kommiekom je
kommopkom op, kom aan
kompkomt, kom
komperkomt er
komptiekomt hij
kon diekon hij
konnekonden
konnemekonden we
konnenkonden
konnen ‘mkonden hem
konniekon niet
koolgoal
kôôlkool
kôôlwitjiekoolwitje
koppeltiestelletje
koppiekopje
korenmeulekorenmolen
kortbijdichtbij
kortekousenmug, mezik
kortèvendekortavonde, even op visite bijpraten
kosgangerskostgangers
kraoi, krakraai
krasvitaal, krachtig
kreegiekregen, kreeg je
kregekregen
krijggiekrijg je
kristelukkechristelijke
kroechiekroegje
krôôtjieskroten
kruijenierkruidenier
kruijenierszaekiekruidenierszaakje
krulle mussekrullen mutsen
kufeecafé
kuierewandelen, lopen
kwaomdat
kwammekwamen
kwammiekwam je
kwamp tiekwam hij
kwañkom op, kom aan, kom ik ga
kwanshuisnet als of
kwaodkwaad
kwartiekwartje
kweeltiesfoutjes, oneffenheidjes, slijtage
kwenieik weet niet
kwestiespraken