Het ontstaan van Rijsoord en Ridderkerk

 De Geschiedenis van Rijsoord, de Waal, de Oostendam en Heerjansdam.

 Het gebied waarin Rijsoord ligt maakte deel uit van de Rijndelta. De rivier de Merwede splitste zich bij Dordrecht in brede maar ondiepe rivierarmen en stroomgeulen. Het noordelijk deel van het Merwede water vloeide voornamelijk af door de Waal, tegenwoordig een dood water bij de deelgemeente van Ridderkerk, Rijsoord. De geschiedenis van Rijsoord neemt derhalve feitelijk pas een aanvang op 14 januari 1332, de datum waarop graaf Willem III te Brussel bekend maakt dat hij de Zwijndrechtse Waard zal doen herbedijken en de kosten van de dammen voor zijn rekening zal nemen. Zo ontstond de huidige “Waal van Rijsoord”, waarbij het oostelijk deel de “Oostendam” genoemd werd. Aan de andere zijde ligt de gemeente Heerjansdam. Het gevolg was dat er nu meer water vloeide door het noordelijk deel van de Rivier waaraan Ridderkerk lag, tegenwoordig de rivier de Noord. De Waal te Rijsoord is tegenwoordig een schitterend natuurgebied met schilderachtige vergezichten. Op 18 maart 1332 wordt te Middelburg een nadere omschrijving met enkele voorschriften gegeven. De graaf zoekt de benodigde dijkwerkers voornamelijk in Zeeland waar men van oudsher over vele en deskundige dijkenbouwers beschikte. De dammen in de Waal mogen gelegd worden ter plaatse waar de bedijkers dat samen met de inwoners het meest nuttig zullen vinden, tenzij, zegt de graaf, wij iemand uit onze raad zullen zenden om het werk te leiden. Hier werd kennelijk gedacht aan eventuele bezwaren of althans de mogelijkheid van inspraak van de Riederwaardsen, aan wier dijken de nieuwe dammen werden vastgemaakt. Voor zover bekend is over de plaats van de dammen echter geen verschil van mening aan de dag getreden.

Rijsoord en het ontstaan van het dorp RIEDE.
Het dorp Rijsoord, sinds 1 Juli 1855 officieel deel van Ridderkerk, is eerder ontstaan dan het dorp Riede en wordt voor het eerst genoemd in de geschiedenis in (niet zeker) een giftbrief anno 1006 van bisschop Ansfrid. Rijsoord is dan een voormalig eiland gelegen in de delta van de rivieren Rijn en Maas. Ruim 300 jaar later wordt Rijsoord pas officieel gesticht. Op 14 Januari 1332 maakt graaf Willem 3 bekend de Zwijndrechtse Waard op zijn kosten te doen herbedijken. Op 1 Mei 1332 verleent dezelfde graaf Willem 3 adeldom aan zijn griffier Gheryt Alewynssonne om ambachtsheer te worden van 1/16 deel van de drooggelegde waard. Hiermee is de heerlijkheid Rijsoord officieel gesticht.

 

Het dorp “Riede”, De kerk van “Riede”, Riederkerk, Ridderkerk :
Over de oorsprong van “Ridderkerk” vroeger ook wel “Riederkerk” genaamd toen gelegen in de “Riederwaert” op het eiland IJsselmonde bestaan verschillende versies . De meest aannemelijke wordt hieronder weergegeven.

 

De naam Riederwaard of Rijerwaard tegenwoordig een deel van Ridderkerks gebied,  was waarschijnlijk een niet of gebrekkig ingedijkte polder en het water had hier geen vast peil, zodat de waarden onder invloed van de waterstand “rijende” was. Dit zou de naam Reijerwaard of Riederwaert verklaren. De Riederwaart was toen een veel groter gebied en omvatte alle parochies tussen Ridderkerk in het oosten en Poortugaal in het westen van het eiland IJsselmonde. Uit oude stukken zou blijken dat rond het jaar 1100 zich langs de oever van de rivier de Merwede een onbedijkt land uitstrekt dat toebehoort aan het adellijke geslacht van Riede. Op dit stuk land ontstond een nederzetting bestaande uit enkele boerderijen en wat povere arbeiderswoningen. Deze nederzetting groeide langzaam en zo ontstond er een dorp “Riede” genaamd. De historie vermeld weinig over de leefwijze van de bewoners van dit gebied, en van de rietlanden en plassen. Maar zonder twijfel hadden ze een karig bestaan en werkten de bevolking van de vroege ochtend tot de late avond. Hun woningen bestonden uit wanden van een vlechtwerk van takken en rieten daken. Uit opgravingen is gebleken dat hun gebruiksvoorwerpen ook simpel en eenvoudig waren. Uit oude stukken blijkt dat in het jaar 1105 in dit dorp een pastoor was, genaamd Adelmus van de Riede. Mogelijk stichtte deze Adelmus van de Riede een kapel op een plek waar later een stenen kerk werd gebouwd. Wanneer deze kerk precies is gebouwd is niet bekend, wel zeker is dat in het jaar 1277 zich op het land “Geere” een kerk bevond. Het landgebied “Geere” was en is nu nog steeds, het grondgebied tussen de huidige Lagendijk en de Oosterparkweg (vroeger Oudelandseweg) en wordt vandaag de dag doorsneden door de Geerlaan. Aangenomen wordt dat ook de huidige Kerksingel tot dit landgebied “Geere” heeft behoord.

 

Vorming van het gebied rond het dorp Riede tot 1421.
Het gebied waarin het dorp Riede lag is in de loop van de geschiedenis geteisterd door talloze overstromingen. Zoals op 5 Februari 1288 een zware stormvloed in het gebied was waarbij veel slachtoffers vielen. Graaf Floris de 5e bevestigd 4 jaar later een vonnis over het onderhoud van de dijken in deze gebieden. Wanneer een ambachtsheer niet bij machte zou zijn de dijk te onderhouden, vervallen al zijn rechten ten gunste van de Graaf, iets wat inderdaad gebeurt is. Zo werden de dijken in de Rijerwaert onderhouden en verhoogd. Graaf Floris de 5e werd in 1296 door de edelen vermoord. In de jaren 1318, 1321,1322,1327 en 1331 alsmede 1371 nam het water een dreigend houding aan, tot overstromingen kwam het net niet, waardoor veel leed bespaard bleef.

 

Ontstaan van het Eiland IJsselmonde.
Het rivieren gebied wat nu het eiland IJsselmonde is, was voor de Romeinse tijd al bewoond. Het landschap bestond uit rietgorzen en moerasbos. Omdat het water de vrije loop had waren er veel overstromingen in het gebied. De mensen pasten zich aan deze omstandigheden aan en vestigden zich op de hoger gelegen plaatsen. Kort na het vertrek van de Romeinen verdwenen veel nederzettingen uit het gebied omdat de rivieren actiever werden waardoor het gebied drassiger werd en later zelfs gedeeltelijk onder water kwam te staan. Door de steeds bredere opening van het Nauw van Calais ontstaan er in het zuiden van de Noordzee zeer lage ebstanden. Hierdoor werd het water uit de rivieren aangetrokken in Zuid-Westelijke richting. Zo worden de Zuid-Hollandse riviermonden gevormd, de voornaamste afvoerwegen van het water, komende uit hoger gelegen gebieden van Europa. De in Noordelijke richting gaande rivierarmen zoals de Gelderse IJssel en de Vecht verloren steeds meer aan betekenis. Door de samenwerking van de zee en de rivieren is de aanslibbing en dus de verhoging van de bodem sneller gegaan. Het huidige eiland IJsselmonde, dat juist in het ontmoetingsgebied van de Noordzee en deze rivieren ligt , is hierdoor sneller verhoogd. Na het jaar 850 kwamen gedeelten van het land in West-Nederland weer boven de normale vloedlijn te liggen. De mensen die toen in dit gebied leefden begonnen met het aanleggen van simpele kaden en werden zo voor het water beschermd. In het jaar 895 komt het gebied IJsselmonde in de geschiedenis ter sprake omdat bisschop Ansfridus van Utrecht het gebied in leen kreeg van de Duitse Keizer Otto 2. Ook de Hollandse graaf Dirk 3 maakte aanspraak op het gebied van IJsselmonde met name de hierin gelegen Riederwaard. Na een strijd kwam graaf Dirk 3 als winnaar uit de strijd. In 1064 wint het bisdom Utrecht het gebied terug en de Utrechtse bisschop Willem van Belder bouwt een slot bij IJsselmonde ter bescherming van de waterwegen die belangrijke handelswegen waren voor Utrecht. Rond het jaar 1000 na Christus vindt er in Europa langzaam een omslag plaats. De bevolking groeide en er ontstonden steden. Kruistochtridders en handelaren ontdekten andere delen van de wereld. In de 11e eeuw ontstond er een ontginningsactiviteit die van watergebieden landbouwgebieden maakte. De landwinning begon aan de kust waar boeren gebieden eenvoudig bedijkten om zo grond te winnen voor de landbouw. In Juni van het jaar 1076 wordt het gebied rond IJsselmonde wederom veroverd door Graaf Dirk de 5e en Robrecht de Fries die zo het Zuid-Westelijk gebied van het bisdom Utrecht terugwinnen. Het slot bij IJsselmonde wordt hierbij vernietigd.

Bedijking van gebieden.
In de nacht van 2 op 3 Oktober van het jaar 1134 na Chr. teistert een vreselijke stormvloed het zuiden en westen van ons land. Grote stukken land zijn in de golven verdwenen. Dit is de reden geweest om eindelijk de aanleg van dijken serieus en systematisch aan te pakken. De dijken worden niet vlakbij het water aangelegd maar iets meer land inwaarts. De dijken in het gebied van IJsselmonde van rond het jaar 1200 waren vrij simpel van opzet. Er was in die tijd geen centraal dijkbestuur. Elk dorp moest maar zien hoe hun eigen stukje dijk werd onderhouden. De dijken bestonden uit kaden van betrekkelijk geringe hoogte en breedte. De kosten van het dagelijks onderhoud van de dijken was voor rekening van de aanliggend eigenaar van het land. Dat was een zware last. Dit zorgde ervoor dat sommige landeigenaren hun land verlieten. Op 5 Februari 1288 St. Aagtendag was er opnieuw een zware stormvloed in Zuid-Holland waarbij duizenden slachtoffers vielen. Over het herstel van de schade in het toenmalige gebied van Ridderkerk, de Riederwaard, en de bijkomende kosten ontstaat een meningsverschil onder het volk. Graaf Floris de 5e toenmalig heerser over ons gebied bijgenaamd “de Keerlen God” besloot dat het herstel van de dijken moest geschieden op de kosten van de gemeenschap.Door deze nieuwe omkading en bedijking van steeds nieuwe stukken land ontstaat in de jaren rond 1300 na Christus het huidige Eiland IJsselmonde.