F

Rezoords dialect woordenboekie

’t Rezoors      ’t Rijsoords
 
fanvan
feberwaoriefebruari
febriekfabriek
fêêstfeest
fekââñsievakantie
femiliefamilie
ferbij, v’rbijvoorbij
ferbijdoen, v’rbijdoenvoorbij gaan
ferdientverdiend
fergeetvergeet
ferteldverteld
fertellevertellen
fertoervertier
fesietevisite
fesoenlijk, fesoundelijkfatsoenlijk, fatsoenlijk
fietsemaokerfietsenmaker
fikkiebrandje
fillejalefilialen
flââñsedraaien zetten
flakkort, vlak
fleeremuisvleermuis
fletmuurbloem
flooievlooien
foeballevoetbalen
foekspotrommelpot
foetsjieweg
foksereforsere
fonksfonds
fooichiefooitje
foorvoor
foutjiesfoutjes
friemelenfrunniken, plukken
frommesongetrouwde vrouw
frot, (frot klain)verrot, kapot, (erg klein)
frulliejullie