De geschiedenis van onze Rijsoordse molen

De Rijsoordse molen.
Is het geen plaatje zoals hij hier staat aan de waalweg. De trots van Rezoord of zoals Jos Crezée in zijn lied zingt, de parel van Rijsoord. Maar hij heeft niet altijd hier gestaan, zijn originele plek was aan de Waaldijk, ongeveer tegenover de plaats waar hij nu staat. maar doordat hij te veel ingebouwd was en in verval geraakt was, is er een stichting opgericht voor behoud van de Rijsoordse molen, en zie hier het resultaat. De geschiedenis van de molen gaat terug tot 1822.

De Rijsoordse molen werd in bedrijf gesteld op 23-7-1822. U vindt hem hiernaast afgebeeld in 1902, op z’n originele plek. Hij is een zogenaamde grondzeiler en heeft ijzeren roeden met een vlucht van 20,30 meter. Blijkens een gevelsteen is op 16 maart 1822 de eerste steen gelegd door Arie Karsseboom oud 5 jaar. De opdrachtgever was Jan van der Ven en de metselaar B. Otterspoor. Reeds voordat de molen gereed kwam had Van der Ven hem overgedaan aan zijn meesterknecht Gerrit Dijkman de Kool die tot zijn dood bij een ongeval in 1847 de molenaar is gebleven. Gerrit Dijkman de Kool was afkomstig van Stadskorenmolen Den Haas te Rotterdam.  Zijn weduwe, kinderen, en kleinkinderen enz. hebben de molen zo’n 140 jaar beheerd zolang de molen dienst deed. In de literatuur wordt de molen gezegd te heten: “De Kersenboom” maar dit is twijfelachtig. Men zou eerder geneigd zijn te spreken van “de Koolenaar” gezien het aantal jaren dat de familie de Kool de molen beheerd heeft. De laatste molenaar G. de Kool heeft die naam als zodanig nooit ontmoet in de molen of op papieren van de molen, en gelooft dat er verwarring is ontstaan met de naam van de eerste steenlegger Arie Karsseboom. Er werd lang met twee koppels maalstenen graan gemalen tot meel voor de mens en voor de diervoeders. Na 1955 werd de maalactiviteit geleidelijk minder door toenemende concurrentie van meelfabrieken, en de molen raakte langzaam maar zeker in verval. Molenaar Job de Kool, welke tot op hoge leeftijd met de molen heeft gemalen samen met zoons Gerrit en Reinier, overleed op 80 jarige leeftijd op 6 februari 1957. Kort voor zijn overlijden is door de provincie Zuid-Holland nog een restauratiesubsidie toegezegd, maar deze restauratie werd nooit uitgevoerd. Sterker nog er werd  een sloopvergunning aangevraagd. De vergunning hing samen met een uitstekend bod dat men op de grond van de  reeds buitengebruik zijnde molen had gekregen. De grond was in feite een eerste klas bouwlocatie voor een bungalow aan de Waal. De zoons Gerrit en Reinier de Kool, hebben in de vijftiger en zestiger nog wel granen en meel verkocht voor diervoeders vanuit de opslagschuur die naast de molen stond, waar ook een koppel elektrisch aangedreven maalstenen lag, waar ook nog regelmatig het graan voor de diervoeders mee gemalen werd. De molen en bijbehorende grond werden vervolgens verkocht aan de Ridderkerkse Apotheker Timmers. Hij bouwde uiteindelijk aan het water een grote bungalow maar handhaafde ondanks de sloopvergunning toch de molen. De opslagschuur en de molenaarswoning naast de molen bleven eigendom van familie De Kool. In 1961 liet de heer Timmers de molen uitwendig restaureren door Molenmakerij Dirkse uit Mijnsheerenland. De familie Timmers wilde uiteindelijk toch wat met de molen doen en had plannen om de molen in te richten als artsenpraktijk, maar dit plan liet men varen. Uiteindelijk wordt de molen in 1967 ingericht tot boetiekje, een gebeurtenis die in april 1967 in de pers veel aandacht kreeg. Helaas ging deze bestemmingsverandering gepaard met het uitslopen van de 2 koppels maalstenen, de molen raakte zijn maalwerktuigen kwijt! Al vrij snel werd de woning en de leeg gesloopte maar in goede staat verkerende molen verkocht aan de Zwijndrechtse houthandelaar Visser. Na diens overlijden werd zijn vrouw eigenaresse van de molen. De familie Visser heeft zo goed mogelijk voor de molen gezorgd. In de jaren 70 heeft er nog een kleine opknapbeurt aan de molen plaatsgevonden met behulp van vrijwilligers die met medewerking van de eigenaar het verval nog probeerde te keren. De molen werd zo nu en dan in een andere stand gezet, maar draaide nooit. In 1985 ging het mis toen één kant van de buitenroe afbrak vanwege de slechte staat. Hierbij raakte helaas de gietijzeren bovenas ( fabrikaat Penn en Bauduin No.541 uit 1905 die nu nog voor de molen ligt aan de Waalweg)  onherstelbaar beschadigd. In ditzelfde jaar werd vervolgens het gehele wiekenkruis verwijderd. Zo zou de onttakelde en vervallen molen met gekraakte askop enige jaren staan wachten op betere tijden, ingebouwd en ingegroeid. Op een gegeven moment was er zelfs sprake van sloop maar dit is uiteindelijk gelukkig niet doorgegaan. Vrij snel na de onttakeling en geruchten van sloop komen de eerste besprekingen moeizaam op gang over restauratie er moest heel wat worden ondernomen om de vele problemen en weerstanden te overwinnen. Uiteindelijk wordt op 5 september 1988 de Stichting De Rijsoordse Molen opgericht. Die ijverde voor het behoud en herstel van deze eens zo imposante molen, en met succes. De stichting stelde zich ten doel de molen te verwerven, te verplaatsen naar de Waalweg, maalvaardig te restaureren, te beheren en te exploiteren en te bewaren voor volgende generaties. De Stichting ging aan het werk om de vele problemen en  weerstanden op te ruimen, en plannen te maken om de molen te verwerven en te restaureren, wat na lange adem uiteindelijk ook lukte. De stichting kwam uiteindelijk in 1990 in bezit van de molen. Op 12 januari 1991 kwam de verplaatsing tot stand, een op alle fronten ingrijpende onderneming. Omdat niet iedereen in Rijsoord overtuigd was van de noodzaak tot verplaatsing vanwege onvoldoende windvang door omliggende bebouwing, was er veel commentaar op de verplaatsing (je hoort nog wel eens zeggen door een oude Rezoordenaar, “hij staat daar leuk, maar hij staat niet op z’n plek”). De molen werd van zijn fundering losgehaald, op een betonnen voet geplaatst en met een dieplader rondgereden naar zijn nieuwe stek aan de andere kant van de Waal, bijna recht tegenover zijn oorspronkelijke standplaats. Op de nieuwe stek is de molen op een heuvel neergezet zodat hij nog meer wind kan vangen, en is in fasen geheel gerestaureerd door molenmakerij Herrewijnen uit Spijkenisse en op 2 oktober 1993 na 30 jaar stilgestaan te hebben, werd de molen officieel geopend door gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, mw. I. Gunther. Molenaar vanaf de herrijzenis van De Kersenboom was Jaap Dekker, die reeds deel uitmaakte van het stichtingsbestuur en reeds 20 jaar molenaarservaring had. Vanaf de opening in oktober 1993 wordt er weer regelmatig tarwe gemalen op dagen dat er voldoende wind staat. Afnemer van af het moment van opening is  Bakkerij van der Waal uit Rijsoord ( later verhuist naar Ridderkerk). Vanaf oktober 2006 kreeg Jaap Dekker hierbij op de zaterdagen hulp van Tom Blaak, die enkele weken daarvoor zijn molenaarsgetuigschrift behaalde. Tom liet de molen vanaf dat moment de meeste zaterdagen draaien, en wanneer er genoeg wind was leerde Jaap Dekker hem tarwemalen voor de bakker en de particuliere klant. Op 19 april 2008 nam Jaap Dekker om gezondheidsredenen afscheid als molenaar en bestuurslid van de Rijsoordse korenmolen en droeg de molen over aan Tom Blaak, die naast molenaar tevens bestuurslid werd van stichting De Rijsoordse Molen. Wanneer er op de zaterdagen voldoende wind is draait de molen en wordt er ook nog steeds gemalen bij voldoende wind. De molen staat nu op een schilderachtige plek aan de Waalweg in Rijsoord, langs de Waal, een mooi binnenwater waar we ook zeer trots op zijn in Rijsoord, dit is een vroegere rivierarm tussen de Noord en de Oude Maas. Vroeger een had de Waal een open verbinding met de Rivieren de Noord en de Oude Maas maar sinds de afdamming in 1332 dus een stilstaand binnenwater.

Klik hieronder voor het Molenlied wat speciaal door Jos Crezée geschreven en gezongen is voor de verplaatsing van de Molen in 1991.

Om het lied te beluisteren klik hieronder op het pijltje

Hieronder de volledige tekst van het Molenlied.     

HET MOLENLIED (OP DE WIJS VAN “DAAR BIJ DIE MOLEN”) (tekst: Jos Crezée)

DE TRANEN VAN RIJSOORD
ZIJ VIELEN UIT DE LUCHT
DE MOLEN KREUNDE ZACHT
EN MET EEN DIEPE ZUCHT
SNEED MEN JOUW WORTELS AF
DIT ALLES LEEK FATAAL
JOUW LICHAAM WERD VERPLAATST
NAAR DE ANDERE KANT VAN DE WAAL

DAAR BIJ DIE MOLEN,
DIE MOOIE MOLEN
DAAR STONDEN WIJ EN DE SCHRIK SLOEG ONS OM ’T HART
TOEN JIJ GETILD WERD EN ZE JOU VERPLAATSTEN
ACH HEEL RIJSOORD WAS ONTWRICHT COMPLEET VERWARD.

FABRIEKEN KWAMEN SNEL
JOUW MEEL MOEST MEN NIET MEER
HET SPUL DAT WAS TE DUUR
DAT DEED ONS REUZE ZEER
’T VERVAL TRAD DAARNA IN
JOUW WIEKEN STONDEN STIL
EN NIEMAND DACHT AAN JOU
DAT WAS EEN BITTERE PIL

DAAR BIJ DIE MOLEN,
DIE MOOIE MOLEN
DAAR STONDEN WIJ
EN DE SCHRIK SLOEG ONS OM ’T HART
TOEN JIJ GETILD WERD EN ZE JOU VERPLAATSTEN
ACH HEEL RIJSOORD WAS ONTWRICHT COMPLEET VERWARD.

WEG VAN JE OUDE PLEK
WAAR BRACHTEN ZE JOU HEEN
ACH JIJ HEBT OOK GEVOEL
AL BEN JE DAN VAN STEEN
HET DEED ONS EVEN ZEER
JIJ HEBT HET LAATSTE WOORD
WANT STRAKS BEN JIJ VAST WEER
DE PAREL VAN RIJSOORD

DAAR BIJ DIE MOLEN,
DIE MOOIE MOLEN
DAAR STONDEN WIJ
EN DE SCHRIK SLOEG ONS OM ’T HART
TOEN JIJ GETILD WERD EN ZE JOU VERPLAATSTEN
ACH HEEL RIJSOORD WAS ONTWRICHT COMPLEET VERWARD.